Terug
Menu
Terug naar Columns

Moedertje spelen

Afgelopen vrijdag hadden we mijn nichtjes Anne en Emmy te logeren. Ze zijn inmiddels 10 en 8 en zijn beiden dol op dieren. Daarom gingen we naar De Kemphaan. Hond Dunya mocht natuurlijk mee. Zo’n braaf beest vergeet je niet.

‘Geplast?’ vroeg ik voordat we wegreden? ‘Gordels om? Zit iedereen goed?’ Nadat al mijn vragen met ‘ja’ beantwoord waren (ik voelde me een superverantwoordelijke tante) gingen we op pad.

Ik negeerde alle werk gerelateerde berichten die op mijn mobieltje binnenkwamen en was stiekem best een beetje trots. Mijn nichtjes verdienden honderd procent van mijn aandacht. En dat kregen ze!

We aaiden alle varkens, geiten en schapen die we tegenkwamen, keken uitgebreid naar de apen en glunderden wanneer Dunya zich weer door een kindje liet aaien.

‘Als we straks thuis zijn kunnen we wel een film maken,’ stelde Emmy voor. Haar grote zus was meteen enthousiast. ‘Ja! Over twee kinderen die heel stom doen en dat er dan wezentjes komen, de lieverdjes, die er dan voor zorgen dat die kinderen weer lief worden.’

Zo snel als we net naar De Kemphaan toegereden waren, zo snel reden we nu weer terug naar huis. Daar kwam ik nog eerder in actie dan Anne en Emmy. ‘Wie wil er wat drinken? Hebben jullie je pantoffels bij je? Gaan we eerst een script schrijven? En hé, doe je wel voorzichtig met mijn laptop?’ Ik was zo druk met moedertjespelen dat er in een oogwenk anderhalf uur was verstreken.

Bas kwam thuis. De meiden vlogen met het filmscript naar de deur toe. ‘Jij hebt ook een rol, ome Bas. Kijk dan, kijk!’ Ik stond er tevreden achter. Dit had ik toch maar mooi voor elkaar in mijn eentje. Twee blije meiden en een nog best wel redelijk opgeruimd huis.

Maar waar was Dunya eigenlijk? Ik floot maar een keer. Riep haar naam. Geen reactie. Ze zou toch niet nog steeds… Daar zat ze, mevrouw Ik Hoor Bij Het Meubilair, nog steeds in de auto. Stom, stom, stom! Maar lang kreeg ik niet om over mijn blamage na te denken, want er moest geacteerd worden. Dunya kwispelde rustig door alle scenes heen en leek helemaal te zijn vergeten dat wij haar waren vergeten.

‘Zo,’ zei ik toen de film erop stond. ‘Hebben we alle scenes? Zijn we niets vergeten?’ ‘Uhm,’ peinsde Emmy. Er volgde een stilte. Met z’n allen vlogen we naar de deur toe. Braaf kwispelend zat onze filmster op de buitenmat te wachten.

Ik heb best nog het een en ander te leren.

 

Gepubliceerd in Almere Deze Week, oktober 2016