
Het wc-gebouwtje ruikt naar vroeger. En pas op het moment dat ik erin sta, weet ik weer dat ik die geur al jarenlang mis. Net zoals de ribbels van de buitenkeuken waar je met je vingers het sop zo lekker tussendoor kunt laten glijden en klapstoelstof op blote huid. Douchen in de buitenlucht, het geluid van camping om half zes ’s ochtends, de geur van slaapzak en de smaak van Smac.
Ik mag dan ouder zijn geworden, de camping is nog precies zoals ‘ie altijd was.
Zelfs de gesprekken gaan nog steeds over hetzelfde. Alleen voer ík ze nu, in plaats van mijn ouders. “Dat hoef je op een textielcamping echt niet te proberen, hoor, een gedeelde koelkast, of de deur van je caravan openlaten,” hoor ik mezelf mijn moeder herhalen. Mijn gesprekspartner lacht. “Zo’n kuh-lerencamping bedoel je? Nou ik zou zeggen, vooral niet te veel reclame maken voor het naturisme. Straks wordt het hier nog druk!”
Ik weet nog hoe bevoorrecht ik me als jong meisje tijdens dit soort gesprekken altijd voelde. Hier, op de camping, was alles vriendelijker, liever en beter dan in het echte leven. Daar, op school, thuis en bij mijn vriendinnen moest ik daar vooral mijn mond over dichthouden. Met z’n allen vormden wij de Grote Geheime Naturisten Club.
’s Avonds in mijn slaapzak vraag ik me af hoeveel verhalen over caravaninbraken ik eigenlijk ken. Geen één. Maar dat komt natuurlijk alleen maar doordat inbraken op naturistencampings niet voorkomen en al die textielisten hun deur op slot doen. ‘Die textielisten’ die stuk voor stuk relaxed reageren op mijn vakantieplannen. “Jij, naturist? Oh, dat is echt iets voor jou, met die vrijheidsdrang van je.” Of: “Ik kleed me toch ook uit als ik naar de Zwaluwhoeve ga!”
Wie heeft er eigenlijk een groter vooroordeel over wie? Kijkt de wereld écht zo raar tegen naturisme aan? Of verwachten we dit alleen, waardoor we op die ene negatieve reactie meteen roepen: “zie je wel, ik zei het toch!”
Misschien wordt het tijd om mijn UIT!-columns eindelijk eens op Facebook te zetten. Om – let wel, slechts figuurlijk! – met de billen bloot te gaan en te zeggen: hallo wereld, dit ben ik. Raar? Nee joh, bloot gewoon! (Rest natuurlijk slechts vraag, waarom we, als bloot echt zo ‘über normaal’ is, er al generaties lang over praten, praten, praten…)
Gepubliceerd in UIT! het ledenmagazine van de Naturisten Federatie Nederland (NFN), augustus 2014